❗Let op! De bibliotheken hebben gewijzigde openingstijden in verband met de meivakantie en feestdagen. Controleer voor je bezoek de gewijzigde openingstijden onder de normale openingstijden van jouw filiaal. 

Monument 21


Tekst ingesproken op 9 april 2021 door Helen Kämink
van het Streekhistorisch Centrum.

Locatie: nabij de Kromme Wijk in Stadskanaal.

Deze put, in de tuin van dit moderne huis, is het enige wat rest van het kleine boerderijtje, waar in de Tweede Wereldoorlog ruim 16 onderduikers een gastvrij onderkomen vonden. Hier stond het huis waar Willem en Hindertje Drenth woonden met hun twee dochters Lammie en Fennie. Het zag er hier toen allemaal nog heel anders uit.

Sinds 1936 woonde de familie in een boerderijtje aan het water, de Kromme Wijk geheten, een bruggetje ervoor, een boerenweggetje er langs en twee boerderijen als buren. Stadskanaal lag op ongeveer een kilometer afstand. Geïsoleerd lag het boerderijtje zeker niet. Er kwamen altijd mensen langs, naar en van het werk.

Op 15 augustus 1942, meldde Nathan de Levie, een veehandelaar uit het nabijgelegen Gasselternijveenschemond, zich bij de familie met het verzoek of hij er ‘een poosje ’mocht verblijven. De Levie had een oproep ontvangen: op 17 augustus moest hij zich melden om via Kamp Westerbork naar een ‘werkkamp’ gebracht te worden. Daar voelde De Levie niets voor. Het echtpaar Drenth bood hem de schuilplaats die hij nodig had. Hindertje Drenth reageerde op de voor haar typerende manier: ‘Je heb toch zeker wel ja gezegd, hoop ik?’ Daarmee was Nathan de Levie de eerste onderduiker in het Stadskanaalster Achterhuis. Er zouden na hem nog velen volgen, in totaal dertien Joden, een Oostenrijkse soldaat en nog wat mensen die korter of langer ‘even’ moesten schuilen. Dat was voor niemand makkelijk. Want waar moest iedereen slapen, hoe kregen ze allemaal te eten? En: hoe lang zou dit duren? Stel dat ze betrapt werden?

uiteindelijk is het allemaal goed gegaan en kwamen er na de bevrijding op 12 april 1945, eenentwintig mensen min of meer gezond en wel, weer naar buiten. Ze hadden allemaal de oorlog overleefd en hadden dat te danken aan de gastvrijheid van de familie, die daarvoor heel wat ontberingen heeft moeten doorstaan, met gevaar voor eigen leven.

Het hele verhaal werd in 1998 opgeschreven in een boek van Jan Hof “Het Stadskanaalster Achterhuis’.  Het verhaal werd ook in beeld gebracht in tv-documentaires, een musical en in exposities. Maar hier, op de plek zelf, was er niet meer wat aan deze bijzondere gebeurtenis en moed van de familie Drenth herinnerde. Daarom werd hier in 2020 door de Stichting Drenth Monument een kunstwerk geplaatst. Opdat wij niet vergeten hoe belangrijk het is om hulp te geven aan mensen in nood.

Het kunstwerk ‘Monument 21’werd ontworpen door Kunstenaarscollectief WinKal, van Bernard Winkel en Leo Kaldenbach. Het monument bestaat uit 21 stalen platen in diverse maten, die de vorm hebben van een bladzijde uit een boek. Gezamenlijk vertellen zij het verhaal. Bij het monument is een zitelement, een bank, geplaatst, waarop de namen van alle betrokkenen staan en de reactie van Hindertje Drenth toen zij haar man vroeg wat hij had geantwoord op de vraag van Nathan de Levie: ‘Je hebt toch zeker wel Ja gezegd?

Wij kunnen op het bankje gaan zitten en ons afvragen: ‘wat had ik zelf gedaan?’