Bevrijding Gele Klap
Bevrijding Gele Klap

Tekst ingesproken door Harrie Venema, ooggetuige
Locatie: Bevrijding Gele Klap, Gele Klap, Poststraat/ Handelsstraat, Stadskanaal
In mijn herinnering sta ik als een 15-jarige jongen nu op deze plaats. Het was een heldere en bijzondere dag deze ‘vrijdag de dertiende’. Een dag in april 1945. Een dag die je nooit vergeet! Ja, ik moet ook nog even vertellen hoe ik hier kwam. Ik hoorde dat er ‘Tommies’(Engelse soldaten) de dag ervoor al aan het eind van de middag bij de watertoren stonden. Daar bleven ze staan om te overnachten. Het was ook de frontlijn voor de komende nacht.
De volgende morgen, na het ontbijt, vertrok er een kleine groep. Het waren maar twee gevechtswagens, een soort tanks met heel lange kanonnen. Ze reden langzaam, want overal stonden er juichende bewoners. Wat een feest! Ik wilde alles meemaken en ik liep mee aan de overzijde van het kanaal.
Verder dan de Gele Klap aan de Poststraat/Handelsstraat, kwamen de gevechtswagens echter niet. De bevrijders moesten stoppen, want door de Duitsers was deze Gele Klap (toen nog een draaibrug) onklaar gemaakt. Ze hadden de brug opengedraaid en het draai-mechanisme met springstof vernield. Ik wilde daar natuurlijk ook gaan kijken.
Om ongeveer 12.00 uur ging ik via het beschadigde kleine brugje naar de Poststraat. Met vele andere jongens kroop ik ook naar de zware open tank met een lang kanon. Daar hoorde ik voor het eerst dat het Poolse soldaten waren, die ons bevrijd hadden. Poolse soldaten uit een ver land. Hoe was dit mogelijk? Toch bleek het waar te zijn.
Pas twaalf jaar na de bevrijding door de Polen, hoorde ik voor het eerst iets van hun bijzondere geschiedenis. Later zou het mijn levenswerk worden om alles over de Poolse bevrijders te weten te komen. Van de Polen kregen de jongens en ik sigaretten en de meisjes kregen chocolade. Was er toen een soort wapenstilstand? Want even verder zaten nog Duitsers in hun schuttersputjes. En schieten deden ze!
Mannen, vrouwen en vooral de jeugd stonden bij deze brug te zingen ‘Oranje boven, oranje boven, leve de koningin’. De andere zijde van de Gele Klap, de Handelsstraat, gaf een heel ander beeld. Daar was geen gejuich. Daar was het stil. Daar kregen de jongens en meisjes ook geen sigaretten of chocolade. De Polen waren blij dat ze weer een gedeelte van Stadskanaal bevrijd hadden zonder dat er slachtoffers gevallen waren.
Er was nog een militaire groep onderweg naar Stadskanaal. Dit bleken later de Canadezen te zijn. Vanuit Grolloo ging hun opmars via Gasselte en Gieten naar Bareveld. In Bareveld werd middagpauze gehouden en daarna nam de groep Canadezen hun plaats in de gevechtswagens weer in. Ze gingen verder via Nieuwediep en de Zwarteweg. Daar was een gespaarde (intacte) brug. Ongehinderd trok de groep Canadezen langs het Stadskanaal. Om ongeveer 15.00 uur ’s middags eindigde, ook voor de Canadezen, de opmars hier voor de beschadigde draaibrug. Zij stonden dus voor de Gele Klap aan de zijde van de Handelsstraat.
De Polen waren er al enkele uren eerder, maar de Canadezen deelden volop mee in de belangstelling en in de feestvreugde van de bewoners van Stadskanaal. In een door de Polen en Canadezen militair tactisch uitgevoerde tangbeweging was er een grootse bevrijding ontstaan. Dit omsingelde gebied begon bij Ter Apel en eindigde bij Bareveld.
Dichtbij de Gele Klap kwam via de radio het bericht binnen van de Canadese commandant om alle wagens te keren om tijdig aan de ‘warme hap’ in het dorp De Groeve nabij Zuidlaren, deel te kunnen nemen. Hier was het hoofdkwartier van het Canadese regiment ondergebracht. Het was tijd voor rust na een lange dag.
De dag daarna, ging de bevrijdingsroute verder zowel voor de Polen als voor de Canadezen. Hoogezand en omgeving stond op het programma.
Voor ons was deze ‘vrijdag de dertiende’ geen ongeluksdag maar juist een geluksdag. Een dag om nooit te vergeten. Wij waren vrij. Eindelijk vrij!